Mama
Het is alweer 11 jaar geleden dat ik de diagnose borstkanker heb gekregen. Tijdens mijn ziekteperiode en erna heb ik samen met Stijn gepraat over hoe hij zich heeft gevoeld. Daar is het boek Mama uit ontstaan.
Lotgenotencontact
Een waardevolle aanvulling zijn lotgenoten. Eerlijk gezegd vond ik dat altijd een stom woord. Het riep bij mij het beeld op van een groep mensen die alleen maar klagen en huilen over hun ziekte. Maar dat was een vooroordeel.
‘Lol met je knol’
Floor is echt goud waard. Ze geeft mij een veilig gevoel. Helaas kwamen onze ritjes in 2020 op een lager pitje te staan, doordat ik gediagnostiseerd werd met borstkanker. Ik was op dat moment ook zwanger.
Verhalen die ertoe doen
Alle lobulair borstkankerpatiënten hebben een eigen verhaal. Over het diagnosetraject, de moeilijke behandelkeuzes, het leven met de onzekerheid na een diagnose en meer.
Het klopt toch: ervaring leert
Ik had altijd een dikke bos krullend haar - net Diana Rossi, je weet wel, met dat haar zo in een bossie - hoewel het door de overgang al wat dunner aan het worden was. Ik kreeg altijd complimenten over mijn haar.
Ik schrok niet
Om me te oriënteren ben ik naar drie haarwerkspecialisten geweest. Ik heb gemerkt dat de verschillen groot zijn. Niet alleen in aanpak maar ook in de materialen die gebruikt worden. Mijn keuze was daarna een heel bewuste.
Windkracht 9
Hij legde uit dat mijn pruik tot windkracht 9 zeker bleef zitten, helemaal als ik het bijgeleverde dubbelzijdige plakband zou gebruiken. Twee dagen later gingen we met de kinderen naar een speeleiland…
Amma? Ben jij Spiderman?
Eindelijk, na momenten die voor mij een eeuwigheid duurden, vroeg hij heel verbaasd: “Amma? Ben jij Spiderman?Ik slaakte een zucht van geluk. “Ja, amma is spiderman!”
‘Look good, feel better’
Ik vind het een echte aanrader omdat je door make-upgebruik er echt beter uit kunt zien. Een medecursist vertelde dat ze haar haar na de eerste chemo had laten afscheren. Ik heb dit ook gedaan.
Een ‘cold cap’
Het leek me verschrikkelijk om kaal te worden. Niet omdat ik nou van dat prachtige haar heb, maar meer omdat ik het al heftig genoeg vond om te dealen met mijn lijf met een borst minder.
We hebben veel lol gehad met het passen van de pruiken
Mijn wenkbrauwen heb ik daarna getekend. Doordat ik brildragend ben, viel dat minder op. Het verlies van gezichtshaar, schaamhaar, okselhaar en beenhaar heb ik als prettig ervaren.
Chemo = Kaal, toch?
Na de vierde chemo vielen mijn wimpers en wenkbrauwen uit. Maar hier kon ik ook al snel de lol van inzien: ik kon elke keer experimenteren met het tekenen van wenkbrauwen!
Voor onze dochters was het ook een zware tijd
Mijn oudste dochter kon onze zelfingenomenheid relativeren: “Wij zijn af en toe wel heel bang geweest” en ze vertelde dat ze elkaar regelmatig hadden opgezocht en dan samen hadden gehuild.
Ik heb een mantra ontwikkeld
Ik heb een mantra ontwikkeld waar ik in geloof: ik zal mijn dochter achttien jaar zien worden. Zij denkt dat haar moeder na de eerste keer kanker weer beter is geworden. Dat laat ik zo. Ik wil haar niet belasten.
Vechten maar weer
Vooral voor de aangetaste slijmvliezen in mijn mond was het moeilijk om een verzachtend middel te vinden: een kwestie van veel schaafijs eten. Dat is verkoelend en werkt ook tegen misselijkheid.
Ik ging de medische molen in
Een paar maanden later, bleek dat mijn huid op de borstwand toch nog wat rood was, mogelijk door de bestralingen. Uit erfelijkheidsonderzoek bleek dat ik geen drager ben van het borstkankergen.
Erover praten hielp niet
Maar op een gegeven moment heb ik mezelf de vraag gesteld waar ik nu eigenlijk echt bang voor was. Natuurlijk: mijn familie en vrienden zouden mij missen als ik er niet meer zou zijn.
Confrontatie met de eindigheid
De diagnose ‘uitgezaaide borstkanker’ was een enorme confrontatie met de eindigheid van mijn leven, hoogstwaarschijnlijk een vroegtijdig einde. Het is elke dag weer omgaan met deze altijd aanwezige storm.
Het komt zoals het komt!
Nee, ik wilde niets meer kopen voor de voorraad, want wat een pokkenwerk zou dat worden… alles opruimen als ik er niet meer ben. Gelukkig was dit gevoel maar van korte duur.
Ik ben geopereerd door engelen
Maar ik was niet bang. Ik had het warm, terwijl het op die operatiekamer juist koud is. Iedereen glimlachte naar me, met grote blauwe ogen. Ik ben geopereerd door engelen.